Landen heeft dit weekend een dubbele speeldag afgewerkt. Eerst werd er thuis tegen Arendonk gewonnen met 73-72. Amper 24 uur later moest men (opnieuw thuis) met 85-102 het onderspit delven tegen Red Vic Wilrijk. Door deze resultaten klimt de ploeg naar een gedeelde achtste plaats in tweede landelijke.
(HLN – Erik Vandeweyer)
Tegen Arendonk werkte Landen een volwassen wedstrijd af. Bram Van Cauwenbergh kroonde zich in een prangende eindfase tot matchwinnaar. “Het was een wedstrijd die tot de allerlaatste seconde spannend bleef. Arendonk beschikte niet over de allergrootste ploeg, maar in de breedte hadden ze wel voldoende gestalte. Bijna alle spelers waren 1m90 groot. Defensief stond het bij de tegenstanders als een blok. Op twintig seconden van het einde stonden we nog één punt achter. In die laatste seconden kon ik de winnende korf aantekenen.”
Red Vic
Tegen Red Vic liep het minder vlot voor de Landenaren. Bram Van Cauwenbergh verklaart het verlies.
“We voelden de wedstrijd van daags voordien tegen Arendonk, maar dat mag geen excuus zijn. Ook Red Vic had een dag eerder een inhaalwedstrijd afgewerkt. De Antwerpenaren beschikken gewoon over een zeer goede ploeg. Meerdere spelers kunnen met hun shot het verschil maken. Momenteel staan ze op de vierde plaats. Ik zie hen echt meespelen voor de titel. Ik denk dat we met twee overwinningen in vijf wedstrijden een degelijke start hebben genomen. Indien we altijd voltallig waren geweest, konden we misschien iets hoger staan. Anderzijds staan we momenteel op een gedeelde achtste plaats. Indien we op het einde van dit kampioenschap nog altijd op deze positie staan, zullen we tevreden terugblikken op het seizoen. We tonen in ieder geval aan dat we als nieuwkomer onze plaats hebben in landelijke.”
Blessure hamstrings
Bram Van Cauwenbergh miste een deel van de campagne. “Op de eerste speeldag liep ik een contractuur aan de hamstrings op. Het hield me even van het terrein. Nu ben ik weer honderd procent fit. Ik hervatte met twee wedstrijden in één weekend. Dat was wel heftig. Vermits ik de dubbele opdracht zonder kleerscheuren heb overleefd, kan ik de toekomst optimistisch tegemoet gaan.”